Mijn kennismaking met Inima en mijn reis naar Roemenië.

Berrie, mijn man, had een afspraak met Sir en Joke om hun pc af te leveren. Toen hij 's avonds thuiskwam, vertelde hij dat ze hun computer o.a. gebruikten voor de stichting Inima, waarbinnen mensen in Nederland noodlijdende gezinnen in Roemenië sponsoren of het financieel mogelijk maken dat kinderen na de basisschool verder studeren. Ik zei: "He, daar wil ik weleens wat meer van weten." " Dat komt goed uit, want hij heeft me net een boekje mee gegeven."
Ik heb het boekje gelezen en dat maakte diepe indruk op me. Heb toen al vrij snel contact gezocht met Sir en Joke om er eens wat verder over te praten. Berrie en ik besloten direct om een gezin te sponsoren. Sir zei: "Ik zeg altijd tegen de mensen: ga naar Roemenië om het zelf te zien." Toen hij dat de eerste keer tegen mij zei schrok ik een beetje en antwoordde: "Dat durf ik niet hoor, zo ver weg en al die vreemde mensen." Maar hoe meer verhalen ik van hen hoorde, hoe enthousiaster ik werd. En nadat Sir en Joke in augustus naar Roemenië waren geweest en met nieuwe berichten terug kwamen, ook over "ons" gezin, begon het te kriebelen van binnen en wilde ik graag kennis gaan maken. Een poosje later vroegen Sir en Joke of we met de kerstdagen met hen mee wilden naar Roemenië. Hun aanbod was heel leuk, maar ook erg spannend tegelijk.

Zo gingen we zondag 22 december om 6 uur 's morgens op pad. Wanneer alles mee zat, zouden we deze eerste dag tot in Hongarije rijden, zo'n 1300 kilometer, tot een plaatsje waar Sir en Joke al eerder overnacht hadden. Onderweg hadden we veel regen, waardoor we niet veel van de omgeving zagen. Af en toe stopten we om tanken, te plassen of om de benen te strekken. Soms om alle drie te doen. Gelukkig hadden we geen last van files! Bij de grens van Oostenrijk-Hongarije werden we aan de Hongaarse kant gecontroleerd op paspoorten en autopapieren. Het was even een spannend moment, want hier en daar hadden we wat verhalen gehoord, maar gelukkig viel het allemaal mee. We kregen een stempel, wat ik erg leuk vond (ik had nog nooit een stempel gehad) en konden weer verder gaan.
Met donker kwamen we bij het motel aan; het was een expoterrein, Level genaamd. Het zag er doods en verlaten uit, ik vond het net een spookstadje. De vrouw bij de receptie was vriendelijk en wees ons waar de kamers waren. We brachten wat spulletjes naar binnen en gingen op zoek naar een restaurant. Die waar Joke en Sir eerder hadden gegeten was dicht, maar we vonden wel een andere. Binnen was het leeg en die avond bleven wij de enige gasten. Het eten zag er goed uit, smaakte redelijk en was erg goedkoop. 's Nachts was er nogal wat lawaai, waardoor ik een aantal keren wakker werd, maar de volgende morgen stond ik weer redelijk uitgerust op.
Toen we buiten kwamen, was het spekglad. Het had geijzeld, we konden met moeite bij de auto komen. Ik vond het doodeng, maar eenmaal op de snelweg hadden we er geen last meer van. Zo gingen we verder. Hoe dichter we bij Roemenië kwamen, hoe spannender ik het vond en des te ongeduldiger ik werd. Ik wilde al die mensen nu wel eens ontmoeten!
En dan eindelijk, ja Roemenië! Over een weg vol kuilen en gaten kwamen we bij het huisje van Sir en Joke in het dorpje Lipova. De poort stond al open en we werden hartelijk ontvangen door buurvrouw Emilia en dochter Loredana. De kachels in huis en badkamer brandden al en in de tuin stond een kerstboom met zingende lichtjes. De mannen haalden bagage, plastic zakken en dozen uit de auto's en binnen een mum van tijd was de grote slaapkamer van Sir en Joke vol. Wat hadden we veel spullen voor de gezinnen mee kunnen nemen, dat het allemaal in twee auto's had gezeten. Na het eten gingen we naar Eleonora, een planning maken voor de komende dagen. Thuisgekomen zaten we gezellig nog wat bij elkaar!

Dinsdag op tijd op, want we moesten nog wat zakken uitzoeken, voordat we naar de gezinnen gingen. Van alles ging mee: kleding,schoenen, speelgoed, knuffels, gordijnen, vitrages, dekens, dekbedden, etc. Gesoorteerd op gezin. Het eerste gezin waar we naar toe gingen was de familie Buta; ze wonen in Arad. Door het centrum met (ook dure) winkels gingen we verder en Eleonora moest een paar keer naar de weg vragen. We parkeerden aan de straat en liepen de rest verder en uiteindelijk helemaal verscholen achter een aantal flats lagen een paar woninkjes. Het laatste in de hoek was van de familie Buta. De vader was buiten aan het timmeren. We kwamen in een ruimte met een tafel, een paar stoelen en stapelbedden. Hier leefden vader, moeder en vijf kinderen. Moeder en een van de meisjes waren boodschappen doen, maar kwamen even later terug. Sir, Joke, Berrie en de vader haalden de spullen uit de auto en intussen was het oudste meisje naast me komen zitten. Ze kon goed engels en ze glunderde, ik denk dat ze het bezoek gezellig vond. De twee kleintjes kregen ondertussen de popjes, die we meegebracht hadden, ik zal hun koppies niet gauw vergeten!!
Christina, het oudste meisje, introduceerde het gezin voor de video. Na een poosje stonden we op om weg te gaan en ze vroeg: "Gaan jullie nu al weg?" "Ja, we moeten verder." Ze keek beteuterd en vroeg: "Komen jullie nog een keer terug?" Ik zei dat ik dat niet wist, maar we spraken af om te schrijven. Dat vond ze fijn. Bij de voordeur stond de moeder en toen ik haar gedag wilde zeggen, klampte ze zich aan me vast en het leek alsof ze me nooit meer los wilde laten. Ik moest me losmaken en achter de anderen aan, maar was graag nog wat gebleven. En van binnen huilde ik om deze mensen!

Die dag bezochten we nog drie andere gezinnen. Wat me steeds weer opviel was de hartelijkheid en warmte van deze mensen. En dat ze ondanks hun leefsituatie nog probeerden er iets goeds van te maken. Een van de drie gezinnen was ‘ons' gezin: Tudorica, haar zoon Ciprian en dochter Larissa. Naar dit moment had ik uitgezien en ik was blij hen te ontmoeten. Ik was wel wat onzeker; er waren zoveel mensen en rechtsteeks praten was niet mogelijk. Alles moest vertaald worden en soms wist ik niet wie ik moest aankijken, Eleonora of Tudorica. Maar ook zonder woorden voelde ik me dichtbij haar en was dit voor mij een emotionele ontmoeting. Na een poosje wilden Sir en Joke nog iemand bezoeken in dezelfde flat. Ik vroeg of ik daar nog wat kon blijven en dat was goed. Zo waren we onder elkaar en konden we praten over hoe de situatie nu was en probeerden we elkaar een beetje te leren kennen. De kinderen waren erg stil en ik had de indruk dat ze geen Engels spraken, maar op een later tijdstip bleek dat wel anders te zijn.
De anderen haalden Eleonora en mij op en we gingen huiswaarts. We waren niet zolang thuis en daar kwamen al de eerste kinderen om te zingen. In Roemenië is het namelijk op kerstavond de gewoonte dat mensen vanuit de kerken in groepjes langs de huizen gaan om te zingen en kerststukjes op te voeren. Wanneer het donker wordt, begint het en elke leeftijd doet hieraan mee. Kinderen, pubers en volwassenen. Het was heel bijzonder om dat mee te maken. Elke nieuwe groep was weer mooi om te zien en te horen. Ik vind dit een prachtige traditie! Tussendoor zaten we lekker bij de warme kachel en we praatten wat en ik knipte wat plaatjes voor 3D kaarten (waar Sir overigens een prachtige foto van gemaakt heeft).

Woensdag een rustige ochtend, wat uitgeslapen en op ons gemak ontbeten. Deze dag gingen we niet bij gezinnen langs, maar wilden op bezoek bij de familie Stoica, vrienden van Sir en Joke. Voordat we daarheen reden, brachten we nog wat spulletjes bij de familie Timofte, een gezin waar we de vorige dag geweest waren. We reden langs een jonge man en vrouw - die hoogzwanger was. Toen we de spullen uit de auto haalden kwam de man naar me toe en begon tegen mee te praten. Ik begreep dat hij om een pakket vroeg, duidde dat er vier kinderen waren en dat zij honger hadden! Ik wilde graag iets doen, maar wist niet wat. Met handen en voetenwerk kwamen Joke en ik achter zijn huisnummer, wat we noteerden. We gaven knuffels mee voor de kinderen en Sir wat geld voor eten. Dit voorval maakte diepe indruk op me ik kon het niet van me afzetten. Toen we hem uiteindelijk niet meer konden bezoeken was ik daar erg boos en verdrietig over. Van hieruit reden we naar de familie Stoica in Galsa. Het gezin was thuis en ze waren blij verrast ons te zien. Nicoletta, de oudste dochter, vloog Joke om haar hals en Larissa kroop stilletjes bij me op schoot. Het was fijn op daar te zijn; ik voelde me alsof ik hen al langer kende. Wat een liefde straalden deze mensen uit naar elkaar, maar ook naar anderen. We deelden emotionele momenten met elkaar en ik nam hen mee in mijn hart. Hierna reden we naar de familie Guller, die vlakbij woonde. Nicoletta kende het gezin een beetje en ging met ons mee. Dit gezin telt 11 kinderen en het eerste wat we zagen waren enorme rijen kinderkleertjes, wat op ons eigenlijk een beetje grappig overkwam, maar het was duidelijk dat hulp hier hard nodig was.

Donderdag was het een drukke dag; we zouden nog vijf gezinnen bezoeken. Het eerste was een collega van Eleonora; Dorina die met haar zoon bij haar ouders inwoonde nadat zij door haar man op straat waren gezet. Toen we aan kwamen rijden, stond ze al bij de poort op ons te wachten. Ik bleef een beetje achteraf tot de anderen ook uitstapten, maar ze kwam naar me toe, pakte me bij mijn hand en nam me mee naar binnen. Haar moeder lag op bed met een gebroken been waar ze al een paar keer aan geopereerd was en die niet goed herstelde. Toen ik haar hand pakte zag ik tranen in haar ogen, ik heb haar even stil vastgepakt; dit moment kon ik even met haar delen.
In de kamer ernaast gingen we zitten en Dorina liep naar de deur, maar zag Sir al filmend binnenkomen, ging naast me op de leuning zitten, deed haar armen om me heen en zo zaten we een hele tijd. Ik vond het wel leuk, maar durfde me bijna niet te bewegen en voelde me net zo'n knuffelbeer. Toen stond ze op, liep naar de kerstboom en haalde er voor elk van ons een kerstmannetje uit, die ze ons opspeldde. Ik vond dit een ontzettend lief en warm gebaar.

We brachten ook nog een bezoek bij de familie Ilonca, waarvan de man vreselijk verbrand was bij een gasexplosie. Joke en Sir hadden hen vorig jaar bezocht, maar zij en de sponsors wilden graag weten hoe het nu met hem was. In eerste instantie dacht ik niet mee naar binnen te durven; ik was bang dat ik van hem zou schrikken en dat hij dat aan mij zou zien. Maar eenmaal binnen viel dat gevoel van me af en ontmoette ik een bijzondere man, vol vechtlust en hoop voor de toekomst. Toen we weggingen bood hij Sir en Joke een van de kippen aan die om hun flat liepen, maar die hebben ze niet meegenomen.

Vrijdag zijn we weer naar Galsa geweest om afscheid te nemen van de familie Stoica, het was fijn om hun nog even te zien voor we naar huis gingen. We wilden ook nog afscheid nemen van Tudorica en de kinderen; Sir en Joke hadden iets anders te doen, dus gingen Berrie en ik samen. Tudorica had ons al zien aankomen en kwam snel naar buiten. Ik dacht nog: "We kunnen niet samen praten, alleen maar even gedag zeggen." Maar op dat moment bleek dat Ciprian aardig goed Engels kon en Larissa ook heel wat begreep. Het werd een fijn en gezellig samenzijn, vreemden en je toch verbonden voelen. Ik voelde me blij dat ik deze mensen had leren kennen.

Voordat we op reis gingen, vond ik het een groot en spannend avontuur, nu voelt het als een bijzondere en waardevolle ervaring! Met warmte en een beetje heimwee kijk ik hierop terug. Ik had dit zeker niet willen missen! Dit ken je niet voordat je er zelf bent geweest!!

Groeten van Helen Overdijk.